Bij vader op schoot, nog even voor het slapen gaan in bed, of bij het kampvuur: vertellen is geweldig! Verteld worden natuurlijk ook. Wie heeft er niet genoten van een spannend verhaal, met een rustig begin, een bloedstollend midden en een verrassend goed einde?
Vertellen impliceert een verteller en ademloze toehoorders. Vertellen betekent zelfs een bepaalde – prettige – hiërarchie: er is er maar één die de loop van het verhaal kent en al weet hoe we bij de goede afloop komen. Maar voordat je iets kunt vertellen, moet je heel goed weten waar je over praat.
Onbekende afloop
De systematiek van vertellen past dus niet in het contact dat gemeentes met bewoners willen opbouwen rond de energietransitie. Wie bewoners mee wil nemen en wil betrekken in de energietransitie in hun eigen woningen, zal moeten inzetten op een gelijkwaardig gesprek. De gemeente weet toch ook niet hoe het verhaal ons bij de goede afloop zal brengen?
De energietransitie is bij uitstek een onderwerp waarin gemeente samen met bewoners op zoek zal moeten naar de juiste vragen en de antwoorden die daarbij horen. Waarbij de ene keer de gemeente de vragen stelt en de bewoner antwoordt en de volgende keer de rollen weer zijn omgedraaid.
Hechte relatie
Het op gang brengen van zo’n gelijkwaardig gesprek lukt alleen maar als er een gelijkwaardige relatie bestaat tussen gemeente en betrokken bewoners. Die relatie ontstaat niet zomaar, die bouw je langzaam op. Via kleinschalige bijeenkomsten, via goed gastheer- / gastvrouwschap, met aandacht, door toegankelijk en benaderbaar te zijn, door het bewonersperspectief door en door te begrijpen. Dat zit in kleine dingen, dat noemen wij een communicatieve manier van werken.
We leggen graag uit wat die kleine dingen zijn en hoe u ze toepast om in gesprek te komen!